Vakantie tips Cap Frehel in Bretagne
VAKANTIEHUIZEN BRETAGNE CAMPINGS BRETAGNE HOTELS BRETAGNE
Côte d’Émeraude en Cap Frehel
Wij laten u op deze pagina onze twaalde dag van een reis door West-Frankrijk meebeleven in de prachtige Côtes d’Armor.
Tot slot laten wij u genieten van overheerlijke Coquilles-Saint-Jacques, de Sint-Jacobschelpen die in het Bretonse plaatsje Erguy op een zeer gereguleerde manier worden gevangen.
Wij verbleven een week in het noorden van Bretagne bij het plaatsje Saint-Cast-le-Guildo op de camping.
De Côte-d’Émeraude is een fantastische streek. Het zeewater heeft een bijna smaragdgroene kleur en de talloze kustplaatsjes bieden genoeg vertier. De grotere plaatsen zoals St.Malo, Dinard en Saint-Cast-le-Guildo maken de streek extra aantrekkelijk.
Maar de grootste aantrekkingskracht werd op ons uitgeoefend door de talloze wandelpaden en de uitgestrekte mogelijkheden om heerlijk langs de kust prachtige wandeltochten te maken over de zogenaamde sentiers des Douaniers
- Smalle paden over kliffen, soms vlak langs de 70 meter in zee aflopende rotsen.
Cap-Frehel
De afgelopen nacht heeft het flink gestormd. Boven Engeland lag een depressie met een extreem lage druk van 980 millibar. Het gevolg was een een zuidwester storm met windkracht 9. Op de camping viel het overigens erg mee.
Het had ook wel geregend maar toen wij rond 8 uur wakker werden was het droog. Omdat we toch vroeg op waren leek het ons een goed plan om met de auto naar Cap-Fréhel te gaan. Het leek ons een prima plek om naar een woeste zee te kijken.
Na het ontbijt reden we via de D786 en de D16 via Matignon naar Cap-Fréhel. Daar aangekomen bleek dat de Fransen zelfs uit een storm nog een slaatje te kunnen slaan. Een forse dame stond midden op de weg om parkeergelden te innen. Je kon de auto dan vlak bij de vuurtoren parkeren.
Wij besluiten echter om de meeste Fransen na te doen en parkeren de auto langs de kant van de weg. Als we uitstappen blijkt de storm hier nog aardig vat te hebben op de autodeuren die we ternauwernood nog vast konden houden. Via een smal pad lopen we richting de vuurtoren en de wind loeit over de rotsen.
Eenmaal bij de vuurtoren zien we een onstuimige zee met schuimkoppen op de golven. Het waait zo erg dat we eenmaal voorbij de vuurtoren bijna omver worden geblazen.
Sommige mensen lopen helemaal naar de punt waar de misthoorn van Cap-Fréhel staat. Bij mist laat deze om de minuut een signaal horen dat op 400 meter afstand te horen is en zo de scheepvaart waarschuwt voor de rotsen rond Cap-Fréhel.
Het leek ons verstandig om er niet naar toe te lopen omdat Ruud na het nemen van een paar foto’s bijna omver werd geblazen. De storm en de daardoor woeste zee trokken veel bekijks en wij waren absoluut niet de enigen.
Het schouwspel was fantastisch. Onophoudelijk rolden gigantische golven met schuimkoppen stuk tegen de rotsen waarna het water spectaculair hoog opspatte.
Het maken van foto’s was nagenoeg onmogelijk. De wind zorgde er wel voor dat je niet stil kon blijven staan. Marian moest er regelmatig aan te pas komen om Ruud stevig om de middel vast te houden zodat hij toch enigszins stabiel een foto kon maken.
Kustweg
Het was indrukwekkend om de golven op de rotsen te zien breken in de gierende wind. Op deze manier heeft Bretagne ook wel iets. Na een half uur de storm hier getrotseerd te hebben besluiten wij om langs de kustweg naar Erquy te rijden. Het is de vissersplaats die vooral bekend is door de Coquilles St. Jacques waar Marian zo dol op is.
De D34a is een mooie weg die langs dit deel van de kust loopt. Er zijn genoeg plekken om eens te stoppen, zoals bij La Fosse waar een bodysurfer met zijn plank het mooie kleine strandje opliep. Je moet maar durven… maar ja dit soort golven kom je ook hier niet elke dag tegen.
Overigens loopt vanaf Cap-Fréhel richting Erquy ook een wandelpad over de rotsen, de GR 34. Dit pad loopt soms langs de weg maar meestal over een smal pad over de kliffen.
Het leek ons nu iets te gevaarlijk want je loopt echt soms op een metertje afstand van de afgrond en dat leek ons met deze storm niet echt aantrekkelijk. Bij andere weersomstandigheden is het echter een prachtige gebied om doorheen te lopen.
Sommige durfallen deden het toch maar ons was het risico te groot. We rijden nog iets verder en parkeren de auto bij een baai die op de kaart Les Greves d’en Bas heet. Er loopt een pad naar het strand. Naast een mooi strand liggen er ook rotspartijen in het water.
De golven rollen af en aan. De een nog groter dan de ander en allemaal eindigen ze in een dun laagje koud water. De meters ervoor is hun kracht echter indrukwekkend en immens.
Het geluid van de branding is intens en elke seconde weer anders. De golven beuken op de rotsen en spatten in wit schuim uiteen. Een fotograaf is bezig dit fascinerende schouwspel vast te leggen.
De belichting is in dit soort omstandigheden niet makkelijk, maar met een goede (digitale) camera moet je de foto’s iets onderbelichten. je krijgt dan prachtige dramatische foto’s die de kracht van het water goed doen uitkomen aldus de fotograaf.
Ruud neemt de tips ter harte en experimenteert er lustig op los. Het voordeel van digitaal foto’s maken is dat je direct het resultaat kunt controleren en de foto’s naderhand altijd kunt verwijderen die mislukt zijn.
Inmiddels is het al half een geworden en zoeken we een plekje uit de wind achter een van de rotsen op het strand. Daar nuttigen we heerlijk onze stokbroodjes met Franse kaas. Som loopt een wandelaar voorovergebogen in de wind over het strand. Na enige tijd stappen we op en gaan weer met de auto verder.
We komen aan bij Pléhérel-Plage. De weg daalt hier door een dennenbos tot je niet verder kunt. We parkeren er de auto en lopen naar de bootjes die hier in de baai liggen. Het is inmiddels laag water aan het worden. De wind giert nog steeds door onze haren.
Als we weer bij de auto komen rijden we richting de volgende plaats langs de D34a en arriveren bij Sable-d’Or-les-Pins. Het plaatsje met een prachtig strand en gelegen bij een groot dennenbos (dennen = pins) . Inmiddels is de zon gaan schijnen en ligt het strand er inderdaad schitterend bij.
Ook hier liggen de bootjes in Le Port Hapitaux inmiddels droog. In zee zien we een eilandje met een kapel. Het is de ChapelleSaint Michel die uit de 12e eeuw stamt.
Erquy
We zijn nu vlakbij Erquy en zouden nog even naar Cap d’Erquy kunnen gaan. Een natuurgebied met mooie wandelpaden en een prachtig zicht op de rotsen en planten die voor een gele en paarsblauwe gloed zorgen.
We doen het echter niet en rijden naar het dorp waar we de auto aan de boulevard parkeren. Je hebt hier een prachtige baai, zandstrand en de haven van Erquy.
Het plaatsje heeft een vissersvloot van 80 schepen die deels de beroemde coquilles-st-jacques vangen. Dat mag overigens alleen tussen begin oktober en april en dan gedurende 2 dagen in de week en dan ook nog eens maximaal 45 minuten per dag.
Geen wonder dus dat deze heerlijke schelpdieren zo duur zijn (maar wel heel lekker).
We staan vlak voor het Office du Tourisme dat halverwege de boulevard ligt. We halen er wat informatie en een kaart van de omgeving en wandelen vervolgens richting de haven waar de bootjes inmiddels op het droge liggen.
Door de storm van de afgelopen nacht is men op diverse plaatsen nog bezig om water uit de kuip van de bootjes te hozen. Achter de kade met de rood-witte vuurtoren liggen nog talloze boten op de deining van de hoge golven.
Meeuwen zweven op de wind. We lopen over de kade naar de vuurtoren. Er achter hebben we een magnifiek uitzicht op de ingang van de baai en het effect van de storm. We blijven er enige tijd staan kijken.
Achter ons wordt in de haven druk gewerkt en rijdt een auto over de havenbodem. Mannen zijn bezig een zware ketting uit de blubber van de havenbodem vrij te maken. We lopen er langs en wandelen met de wind in de rug richting het centrum van Erquy en kunnen het niet laten om het oude kerkje even binnen te gaan. We worden aangenaam verrast door de bijzondere inrichting en het halfronde houten plafond van waarschijnlijk essenhout. Ooit zagen wij dit eerder in de Abdij van Fontevraud.
Onder de indruk van dit bijzondere kerkje en sommige biddende kerkgangers neemt Ruud tegen de gewoonte in geen foto’s en slaan we het in onze herinneringen op.
We wandelen terug naar de boulevard en komen langs de Poissonnerie. Er zijn geen St. Jakobsschelpen, in juni is het buiten het vangstseizoen. Da’s natuurlijk jammer.
Op de terugweg richting de camping kwamen we bij de rotonde buiten Erquy bij een grote supermarché en daar zagen we st.jacobsschelpen. Er waren nog enkele grote exemplaren die wij meenemen. Zij komen blijkbaar ergens anders vandaan maar daar laten wij ons niet door weerhouden.
Als we richting Matignon rijden komen we door een glooiend landschap weer bij camping Château de Galinée in Matignon aan.
Ruud was vanavond aan de beurt om te koken en bereid de Coquilles-Saint-Jacques op zijn eigen wijze. Geïnteresseerd in het recept? Klik dan hier.
Tip: uitgebreide informatie over vakantie in Bretagne