Tips voor een vakantie in Rocroi, Champagne-Ardenne
VAKANTIEHUIS CHAMPAGNE ARDENNEN HOTELS & OVERNACHTEN CAMPINGS
Rocroi, vesting van Vauban
naar Rocroi | historie | vesting en wandeling | lunch | binnendoor naar Rethel
Een dagje Noord Frankrijk in de Champagne-Ardennes
Toen onze zoon in het Franse plaatsje Chablis in de wijnhandel werkte reden wij vaak heen en weer voor een lang weekend in de Noord-Franse wijnstreek rond Chablis. Wij hebben al heel wat verschillende routes tussen onze woonplaats en het departement Yonne gereden. Nog steeds komen wij er vaak omdat het een mooie streek is.
De leukste route, die helemaal binnendoor gaat, staat ook op de website beschreven en gaat via Maastricht naar Luik en vervolgens via de Belgische Ardennen richting de stad Sedan, waar trouwens een prachtig fort ligt. Hier reden wij dan altijd via Vouzier en Suippe en Chalons-en-Champagne naar Troyes en vervolgens naar het om zijn kaas beroemde dorpje Chaource. Tenslotte gingen we dan over de D944 via Tonnerre naar Chablis.
Een prachtige rit van ruim 520 km met genoeg plekjes om onderweg eens ergens te stoppen en een leuk dorpje of plaatsje te bezoeken.
De laatste jaren kozen wij ook vaak voor de snelle route en die gaat via de snelweg van Maastricht naar Luik en vervolgens richting Namen en Charleroi. Voor deze laatste grauwe mijnstad rijden wij via de A15 naar de R3 richting Chatelet die we blijven volgen tot de afrit Couillet. Als we daar links af gaan en onder de snelweg doorrijden gaan we naar de N5 en volgen de richting Philipville.
De N5 is hier in België weliswaar een 4-baansweg maar de maximumsnelheid is 90 km en er wordt regelmatig gecontroleerd.
De weg is niet druk, hoewel er wel behoorlijk wat vrachtverkeer overheen gaat.
Na Philipville komen we dan door het dorpje Neuville en hierna gaat de weg richting Couvin en deels door het Bois Révieûmont. In de omgeving van Couvin liggen diverse grotten die bezocht kunnen worden, maar wij rijden hier steevast door om na Couvin de smaller wordende N5 te volgen die zich hier als 2-baansweg door het bos slingert van het Bois de Couvin.
Het is typisch, maar als we bij Brûly de grens met Frankrijk passeren dan voelen we ons weer een klein beetje thuis, al was het alleen maar omdat de N5 hier D 985 wordt en een mooie 4 baans-snelweg waar 110 mag worden gereden. Dat schiet op! Weliswaar niet echt volgens de principes van Frankrijk Binnendoor, maar een prima mogelijkheid om op te schieten.
Rocroi, een mooi vestingstadje
In de 8 jaar dat wij meerdere keren dit deel van Frankrijk gepasseerd zijn kwamen wij altijd langs de plaats Rocroi. Borden langs de weg lieten er geen twijfel over bestaan, Rocroi was een monumentaal en historisch vestingstadje.
Toch bezochten wij het nooit omdat wij altijd graag zo snel mogelijk in Chablis wilden zijn. Recent bedachten wij ons en besloten op de kruising met de N51 niet rechtdoor te gaan maar rechtsaf te slaan, We reden richting centre-ville en even verder reden wij de plaatsbinnen en werden direct getracteerd op een smalle toegang tot de stad en vestingsmuren via de Avenue Achille Maire. Deze gaat over in de Rue de Bourgogne.
Ooit stond hier een stadspoort, maar die werd rond 1890 gesloopt, ook kwam er rond deze tijd een einde aan de militaire invloeden in Rocroi. Wij parkeren de auto op het centrale plein, vlakbij de markthandel. De hal lijkt oud maar is in de jaren 60 van de twintigste eeuw gebouwd op de plek waar in de middeleeuwen ook de markthal stond. Er is nog een plek met een paal erin ter herinnering aan de plaats van de oorspronkelijke schandpaal.
Rechts van ons zien we het Hôtel-de-ville. Dit stamt overigens uit 1843. Ernaast ligt in een oud pand het office du tourisme. We gaan er rond 11;00 uur even naar toe en halen een plan de ville met daarop een rondwandeling over de stadwallen. De vriendelijke juffrouw legt geduldig uit hoe we het best kunnen lopen en waar de bijzondere plekjes zijn.
Het is een doordeweekse donderdag in september en het was niet druk, dus zij had alle tijd voor deze twee Nederlandse toeristen. We lieten ons rustig de rijke historie uitleggen en kwamen er achter dat Rocroi ooit het toneel was van een bloedige veldslag. Onze nieuwsgierigheid was gewekt en een wandeling door de historie kon beginnen!
Een stukje geschiedenis over Rocroi in Frankrijk
Toen Lodewijk XIV, de Zonnekoning, aan het begin van regeerperiode stond, was Rocroi het middelpunt van een groot Europees conflict, de dertig jarige oorlog. De Spanjaarden maakten het de Fransen knap lastig en voor Rocroi lag een Spaanse legermacht in het moerassige gebied tussen de stad en het dorpje Sévigny-la Fôret. Als je de stad uitgaat kun je er zelfs naar toe wandelen over de Chemin de Rouge Fontaine.
Op ca 2 kilometer van het plein markeert een zuil de plaats waar volgens de overlevering de Spaanse officieren hun zwaarden inleverden aan Hertog van Enghien, die later door het leven zal gaan als de Grand Condé.
Op deze plek heeft een zeer bloedige veldslag plaatsgevonden die echter maar een paar uur geduurd heeft voordat het Spaanse leger van Don Francisco de Mello verslagen werd. Binnen 5 uur werden namelijk 8000 Spanjaarden gedood en werden er 6000 krijgsgevangen gemaakt.
De overigen wisten waarschijnlijk te ontkomen maar dat hebben wij niet kunnen achterhalen. Wel dat het leger uit bijna 17000 man bestond plus nog eens 8000 ruiters. Na de veldslag werd naast de overwinning het volgende buit gemaakt: 6000 krijgsgevangen, 18 kanonnen, 170 vlaggen,60 vaandels
Het Franse leger stond onder aanvoering van de nog maar 22-jarige hertog van Enghien en had 16000 infanteristen en 6000 ruiters. Samen met 12 kanonnen bleken de Fransen in het drassige gebied beter uit de voeten te kunnen en was hun leger veel beweeglijker. En dat terwijl de Spanjaarden al bijna 100 jaar onoverwinnelijk waren. Historici zijn het er over eens dat door deze overwinning bij Rocroi de Franse Staat voor een invasie en catastrofe werd behoed.
Wandelend door de straten en over de vestingmuren of over de wandelpaden in de omgeving kun je deze wat lugubere historie tot je laten doordringen.
De vesting van Rocroi
Rocroi is een in Frankrijk uniek vestingstadje. Het werd oorspronkelijk in 1555 ontworpen in opdracht van Henri II, die het als tegenpool liet bouwen van de vesting Charlemont. In 1675 werd de vesting van Rocroi verder onderhanden genomen door de bekende bouwmeester Vauban die in geheel Frankrijk vestingen bouwde.
Toen wij Rocroi voor het eerst zagen moesten wij gelijk denken aan het in de Alpen gelegen Briançon dat ook een stervormige vesting had. De vesting bestaat uit een versterkte omwalling met 5 onderling versterkte bastions. Een tweede omwalling zorgde met vooruitgeschoven posten en de beide stadspoorten (Porte de Bourgogne en Porte de France) voor zowel een defensieve als een offensieve verdedigingsgordel.
Vanaf het centrale plein de Place des Armes, lopen 10 straten straalsgewijs naar de stervormige omwalling. Deze zijn indertijd zo aangelegd om snel vanaf de Place des Armes troepen naar de verdedigingswallen te dirigeren. De huizen rond het plein stammen uit de periode 1676 tot 1871. In het laatste jaar werd Rocroi opnieuw belegerd in de Frans/Duitse oorlog en werden door hevige beschietingen panden binnen de muren vernietigd.
Het stadhuis werd in 1843 gebouwd op de plaats van het voormalige gouvernement en neemt nog steeds een dominante plaats in op het plein. Aan de overkant staat een kerk uit dezelfde periode. In de kerk staat een wijwatervat van blauwe leistein uit Givret (1615).
Wandeling over de vestingswallen
Op advies van de juffrouw van het Office du Tourisme lopen we schuin het plein over richting Hotel du Commerce en lopen links ervan de Rue de Montmorency in. Aan het einde staat rechts een huisje. Het is een oude kruitopslag (magasin de poudre). Aan de overkant van de straat loopt een pad omhoog.
Eenmaal boven sta je op het Bastion de Montmorency. Hiervandaan heb je een prachtig uitzicht over de omgeving, het stadje en vooral de vestingwerken. We zien de brug, Pont de France, met links ervan de halve maan Bouillon uit 1610. Dit zijn vooruitgeschoven verdedigingswerken. Als we rond draaien en richting het dorp kijken hebben we een mooi uitzicht op de oude vesting.
Er staan trouwens overal bordjes met toelichtingen, zowel in het Frans als in het Engels. Als we het pad teruglopen gaan we rechtsaf richting de Parking Nevers waar links de Residence Vauban ligt. We komen uit bij een omheind schoolplein en rechts daarvan zien we een oude poort met een trap naar beneden.
Nieuwsgierig als we zijn gaan we de trap af en het wordt steeds donkerder, maar aan het eind komen we uit in de ruimte tussen 2 stadswallen. We hebben met succes de Rue Couverte afgelegd. Er zijn meer poortjes met trappen maar die zijn afgesloten en leiden naar de kazematten onder de verdedigingslinie.
We komen uit op een pad en volgen dit. Het is het wandelpad dat helemaal rondom Rocroi over de verdedigingswerken loopt. Het is ca 4 kilometer lang en staat garant voor een meer dan interessante wandeling.
Zo kom je op een gegeven moment bij een nieuw verdedigingswerk uit, het is de Demi-Lune de Champagne die in 1610 gebouwd werd. Je kunt hier goed zien hoe het verdedigingswerk is gebouwd maar ook in de loop der tijden is aangepast. Er staat een wat vreemde toren op de muur, die La Dame wordt genoemd.
Deze werd tussen 1832 en 1850 door een zekere Kolonel Vaillant aangebracht.
We wandelen nu aan de buitenkant van de wallen en komen bij Bastion de Petit Fort. Dit stamt uit de tijd van voor 1555! Als je uit het dorp hier naar toe loopt dan kun je er bovenop van een prachtig uitzicht op de omgeving genieten. In gedachten zien we overal om ons heen de soldaten van weleer en beseffen dat we hier op wel heel historische grond staan.
Als we het pad volgen komen we op een gegeven moment aan de rand van Rocroi en lopen een woonwijk in die gebouwd is om de Demie Lune de Charlemont uit 1610. Dit is ook weer één van de kleinere punten in de stervormige wallen. Even later zien we de toegangsweg naar het centrum waar we eerder deze dag zijn langsgekomen. Er staat een groot bord met een mooie duidelijke plattegrond. Je kunt hier het pad verder volgen en dus helemaal over de wallen rond de stad lopen.
Wij gaan nu echter de Place du Luxembourg op en gaan direct rechtsaf richting de Rue de l’Arsenal. De naamt verraad al dat hier het Arsenaal van de stad lag. Rechts liggen de grote gebouwen en werken die uit 1555 stammen. Het heet Bastion du Roy en is nog volledig intact. Aan de andere kant van de weg zien we een oud wachthuis uit de 17e eeuw. Dit is het museum van Rocroi en dat moet je echt bezoeken.
De legendarische veldslag van 16 mei 1643 is er met tinnen soldaten helemaal in beeld gebracht. Ook is er een mooie maquette waar je een goed beeld van de oude stad krijgt. Met een audiovisiuele voorstelling wordt in 16 minuten de veldslag in beeld gebracht en kun je met een interactiefsysteem om meer uitleg vragen. Heel interessant!
Als we de straat aflopen komen we langs de binnenkant van de uit 1555 stammende wallen en op een gegeven moment zien we een aantal poorten. Hier blijken in de 19e eeuw een soort hospitaals onder de grond te zijn gemaakt, die echter nooit in gebruik zijn genomen. Het zijn slechts bogen met donkere gaten. In de muur langs de weg bloeien nog mooie bloemen.
Uiteindelijk komen we weer op de Place Vert bij de markthal uit.
Een lekkere lunch in Rocroi
Uiteindelijk komen we weer op de Place Vert bij de markthal uit.
We hadden nog wel meer kunnen rondlopen, want je kunt hier best een dag doorbrengen, maar de inwendige mens riep en wij moesten ook nog verder richting Chablis.
Het Hotel du Commerce en Restaurant le Vauban lokken ons.
Bij Le Vauban kun je prima eten en van streekgerechten genieten. Het ziet er wat sjieker uit. Hotel du Commerce ziet er eenvoudig uit met zijn terras van rode plastic stoeltjes. Het is er binnen echter wel druk.
We nemen de proef op de som en in het café zijn alle tafeltjes bezet. Door de vriendelijke eigenaar worden we naar een zaaltje geloodst en dat zit ook nog eens behoorlijk vol. Dit is het restaurant. We kiezen een glaasje witte wijn, een karaf water en een tartiflette met lokale kaas. Het is een aardappelgerecht dat in de Alpen steevast op het menu staat. Hier is het eigenlijk bijzonder maar het smaakte voortreffelijk.
Het was een bijzonder gezellige en aangename plek om de lunch door te brengen.
Snelheid kent men hier niet, en dat hoeft ook niet. Hoewel… wij moesten voor 18:00 in Chablis zijn om de sleutel van het appartement van onze zoon af te halen. En het was nog wel ca 280 km en ongeveer 3,5 uur rijden, dus later dan twee uur zouden we hier niet moeten vertrekken.
Het was dus net over tweeën toen wij uit Rocroi richting Chablis vertrokken. We rijden dezelfde weg terug naar de N51 en gaan rechtsaf en bij de rotonde volgen we de N51 door het Bois des Potées, tot we bij de kruising komen met de N43/E44. Normaal gaan we hier linksaf richting Charleville – Méziers om daar de snelweg richting Reims te nemen.
Binnendoor richting Rethel
Nu steken we echter recht over naar de D985 om door de mooie heuvelachtige omgeving richting Rethel te rijden. De D985 is over het algemeen een rustige weg waar je lekker kunt doorrijden. Soms kom je een landbouwvoertuig tegen maar die laten je makkelijk passeren.
In deze omgeving zijn de bronnen van diverse riviertjes en rivieren. In de buurt van Flaignes-Havys kun je deze bronnen vinden. Wij blijven echter de D 985 volgen en komen bij Signy l’Abbaye. Deze streek staat ook bekend als Pays des Crêtes. Een prachtige heuvelachtige streek met meertjes, riviertjes, slaperige dorpjes, bos ( zoals het Fôret de Signy). Kortom een heerlijke streek om te wandelen. Vooral in de herfst kan het hier prachtig zijn.
Als we bij het dorpje Wagnon zijn, komen we een groot convoi exceptionelle tegen. Dit wordt voorafgegaan door politie op motoren en we gaan een stuk de berm in, om na een paar minuten weer verder te kunnen. Althans dat dachten wij want een paar kilometer verderop staan we weer stil. We zien blauwe zwaailichten voorbij een bocht die schuin omhoog loopt, maar kunnen niet zien wat er aan de hand is.
Het verkeer staat stil en ook hier staan politieagente met een motor het verkeer tegen te houden. Na een minuut of wat komt ons een auto tegemoet. Een vrouw draait haar raam open en waarschuwt iedereen dat er een ernstig ongeluk is gebeurd en de weg is versperd. Er zit niets anders op dan rechtsomkeert te maken en we rijden terug tot in Signy L’Abbaye. Gelukkig hebben wij een navigatiesysteem in de auto en dat zorgt ervoor dat wij makkelijk een omleiding vinden.
We gaan nu over de D27 en vlak voor Dommery zien we weer langzaam rijdend verkeer. Wat krijgen we nu weer? Het blijkt het convoi exceptionelle te zijn dat we al eerder tegenkwamen. Er is geen ander alternatief dan met 7 km per uur achteraan te sluiten want een ander weg richting de A34 naar Rethel is er nauwelijks.
De klok tikt verder en volgens het navigatiesysteem is de te verwachten aankomsttijd in Chablis inmiddels 18:15uur. Dat is niet te hopen want dan zijn we te laat om de sleutel in Chablis op te halen.
Onze zoon kwam pas een dag later terug van een buitenlandse trip voor zijn werkgever en wij zouden bij kennissen de sleutel ophalen maar die waren om zes uur weg.Gelukkig gaat het transport bij Launois-sur-Vence de andere kant op en kunnen wij via de D3 en het plaatsje Faissault naar de A34.
Faissault zijn wij voorheen heel wat keren gepasseerd. De snelweg naar Reims was toen nog niet aangelegd en bij het lokale restaurant Faison d’Or smaakte de koffie altijd prima. Nu de A34 is aangelegd is het een rustig dorpje geworden, daar zullen de bewoners op zich blij mee zijn, maar de exploitant van le Faison d’Or waarschijnlijk niet want dat ziet er nu aardig gesloten uit.
Snel naar Troyes
Eenmaal op de A34 schiet het nu flink op en passeren Rethel. Deze plaats noemt zichzelf de poort van de Ardennen. Vanuit het zuiden gezien klopt het ook wel. Overigens werd de stad in de tweede wereldoorlog zwaar gebombardeerd vanwege de strategische ligging. De stad werd echter weer volledig opnieuw opgebouwd. De stad staat bekend als dé plaats voor de boudin blanc.
Het is een witte worst van varkensvlees die heel smakelijk is. Bij Charcuterie Yves Duhem koop je de beste. Het bedrijf bestaat al sinds 1798 en de receptuur die deze slagerij gebruikt blijft stren geheim en in de familie. De slager ligt aan de Rue Colbert en is van dinsdag tot en met zaterdag geopend.
Na Rethel wordt de A34 de N51/E46 en mag er officieel 110km per uur worden gereden. We zetten de cruisecontrol op 115 en rijden op ons gemak richting Reims. Deze weg is eigenlijk nooit druk en rijdt richting het noorden van de Bourgogne heel prettig.
Als we in de buurt van Reims komen dan slaan we bij Witry niet af richting de stad maar gaan rechtdoor naar Cormontreuil. Daar kun je namelijk de aansluiting vinden met de A4 richting Châlons-en-Champagne. Het is hier even opletten want je kunt niet direct naar de A4. We rijden door tot aan een rotonde die we 3/4 rond rijden.
We gaan dan een stukje terug en kunnen dan via een afslag naar de A4, waar we een paar kilometer verderop de tol passeren. Tot aan Troyes blijven we de snelweg volgen die nu overigens is overgegaan in de A24
Troyes is een mooie en gezellige stad. Het oude centrum heeft prachtige vakwerkhuizen en de kerken hebben erg mooie gebrandschilderde ramen. In de middeleeuwen was dit het centrum van de fabricage van gebrandschilderde ramen. De moeite waar om eens te bezoeken en een tussenstop te maken.
Wij rijden richting Chablis om de stad heen tot we de splitsing van A24 en de A5 bereiken. Hier kiezen we richting Auxerre, maar gaan bij afslag 21 van de snelweg af. We rekenen de tol af, die al jaren EUR 9,60 bedraagt, en gaan richting Chaource over de D444.
Richting Chablis
Naar Chablis is het nu nog een km of 80 en volledig binnendoor. We zullen er ongeveer een uur over doen en het ziet er naar uit dat we toch nog op tijd aankomen. De weg slingert zich door het landschap en door het mooie Fôret d’Aumont naar Chaource, het dorpje waar heerlijke kaas wordt gemaakt.
Achter de kerk is nog een oude markthal. Tijdens de markt kun je hier heerlijke kazen kopen (op maandag en donderdag is er markt). We blijven de D444 volgen en passeren leuke en minder leuke dorpjes. Sommige zijn oud en aan het vervallen, andere zijn juist mooi opgeknapt en er wordt gebouwd.
Vlak voor Tonnerre daalt de weg en zien we de eerste wijngaarden van Le Tonnerois. In deze omgeving worden goede wijnen gemaakt dus een proeverij in de buurt is nooit weg. Tonnerre is een klein provinciestadje met een station waar de TGV naar Parijs langs dendert.
Met de normale trein zit je in 2 uur in Parijs. Je kunt je auto bij het station parkeren. Wij hebben dit ooit eens gedaan toen we 3 dagen naar Parijs gingen. Tonnerre heeft ook een bijzondere bron. Het is de Fosse de Dion. Een oude wasplaats vlak bij de kerk. De bron borrelt met grote kracht omhoog en is echt de moeite waard om eens te bekijken. Het geheim van de bron heeft men voorzover bekend nog niet kunnen achterhalen.
Na Tonnere volgen we de richting Auxerre via de D 965 en komen door de glooiende velden bij Fleys Hier komen we steeds dichter bij de beroemde wijngaarden van Chablis. Fleys is niet meer dan een gehucht. Trap op tijd op de rem, want na het dorp ligt links het wijndomein van Pierre et Corrine Grossot.
Zij maken heel betaalbare en uitstekende wijnen die meer dan de moeite waard zijn. De prijzen zijn hier ook heel aantrekkelijk ten opzichte van het iets verder gelegen Chablis. Aan te bevelen is de cuvée Part des Anges. Deze hebben wij steevast in onze wijnvoorraad en als we weer eens in Chablis zijn dan nemen we op de terugweg meestal wat mee. De eigenaren zijn heel aardig en de kelder en het proeflokaal liggen onder hun huis.
Even laten komen we bij Chablis en zien we de wijngaarden van de grand-cru’s waar wij al zoveel voetstappen hebben liggen. In het centrum ligt ook het Office du Toerisme waar je alle benodigde informatie kunt krijgen over Chablis en omgeving. Wie weet komen wij elkaar hier nog wel eens tegen. In elk geval is dit verhaal hopelijk voor u weer een bron van informatie voor de leukste vakantiemomenten in Frankrijk
Tip: uitgebreide informatie over vakantie in Champagne-Ardenne